Oplossen van problemen

A.Op helder verlichte plaatsen zoals in de zon zijn de beelden op het LCD-scherm soms moeilijk te onderscheiden.

A.Voor beelden die zijn opgenomen onder belichting van fluorescerende of kwiklampen kan de kleur en de helderheid van het scherm mogelijk veranderen en kunnen horizontale strepen en flikkeringen mogelijk verschijnen op het scherm, maar dit is geen storing.

A.Als de beeldstabilisator is ingesteld op ”AAN (AIS)”, schakel dan over naar ”AAN” om de conditie te verbeteren.

A.Verander de richting van dit apparaat om te voorkomen dat de lichtbron in beeld komt. (Wanneer een krachtige lichtbron zich in de buurt van dit apparaat bevindt, kan een helder verlichte baan of schijf op het scherm verschijnen. Dit is echter geen storing.)

A.Gebruik tegenlichtcompensatie als de achtergrond helder en het onderwerp donker is.

A.Gebruik ”LICHT” in het menu.

A.Gebruik ”OPHELDEREN” in het menu.

A.Stel ”HELDERHEID AANPASSEN” in het opnamemenu in aan de ”+”-kant.

A.Zet de tegenlichtcompensatie als ze gebruikt wordt op ”UIT”.

A.Stel ”HELDERHEID AANPASSEN” in het opnamemenu in aan de ”-”-kant.

A.Wacht even tot de natuurlijke kleuren worden verkregen. (Het kan even duren voor de witbalans is aangepast.)

A.Stel ”WITBALANS” in het opnamemenu in op ”HANDMATIG”. Kies uit ”FIJN”/”BEWOLKT”/”HALOGEEN”, afhankelijk van de lichtbron. Selecteer ”HANDMATIGE WB” en pas de overeenkomstige instellingen aan.

A.Stel in het overeenkomstige opnamemenu ”WITBALANS” in.

A.Terwijl het LCD-scherm meer dan 99,99% efficiënte pixels heeft, kunnen 0,01% van de pixels heldere (rode, blauwe, groene) vlekken of donkere vlekken zijn. Dit is geen storing. De vlekken worden niet mee opgenomen.