DLA-NZ700 / DLA-NZ500 / DLA-RS2200 / DLA-RS1200

D-ILA PROJECTOR

TOP > Aanpassen/instellen > Aanpassingen en instellingen in het menu >

Installatie-instellingen

InitialSetting Installatie-instellingen

Installatie Modus

Regelt collectief de instelwaarden van ”Lens Controle”, ”Pixelinstelling”, ”Masker”, ”Anamorphic”, ”Scherm instelling”, ”Installatie Stijl”, ”Keystone”, en ”Aspect”.

Het objectief kan enigszins verschoven zijn ten opzichte van de positie die is opgeslagen.

Laden

Past de opgeslagen instellingen toe op de huidige instellingen.

Instelwaarden: Mode 1 tot Mode 5

De naam van de instelwaarde kan worden gewijzigd met behulp van ”Naam Bewerken”.

Opslaan

Slaat de huidige instellingen op.

Instelwaarden: Mode 1 tot Mode 5

De naam van de instelwaarde kan worden gewijzigd met behulp van ”Naam Bewerken”.

Naam Bewerken

Voor het bewerken van de naam van de Installatiemodus.

De tekens die kunnen worden gebruikt zijn tekens van het alfabet (grote letters of kleine letters), numerieke tekens, symbolen en blanco (spatie). (Blanco (spatie) kan echter niet worden gebruikt voor de eerste en laatste tekens.)

Voer niet meer dan 10 tekens in.

Z7_Menu_Mode_Name1

Lens Controle

Focus / Zoom / Shift

Voor de instelling van de lens in functie van de projectiepositie

Beeld Patroon

Om in te stellen of het patroon van de lensaanpassing moet worden weergegeven.

Instelling

Beschrijving

Uit

Geeft externe signalen weer, en geeft het lensinstellingspatroon niet weer.

Aan

Geeft het lensinstellingspatroon weer.

Slot

Om in te stellen of de lens vergrendeld of ontgrendeld moet worden.
Door ”Aan” in te stellen om de lens te vergrendelen, kunt u de aanpassingsstatus van de lens behouden.

Instelling

Beschrijving

Uit

Vergrendelt de lens niet.

Aan

Vergrendelt de lens om een verkeerde werking na de instellingen te verhinderen.

Zelfs wanneer ”Aan” staat, bevindt de lens zich in de modus geselecteerd in de ”Installatie Modus”.

Lens Center

Brengt de lenspositie terug naar het midden.

Pixelinstelling

Om de faseverschuiving tussen de RGB-kleuren te corrigeren door het aanpassen van de pixel.

Afstel.

Voor de instelling van de instelfunctie op Aan of Uit.

Instelgebied

Instelling

Beschrijving

Geheel

Stelt het ganse beeld in.

Zone

Maakt fijne afstelling van elk gebied mogelijk door het scherm gelijkmatig te verdelen in 10 verticale en horizontale zones.

Kleurinstelling

Voor de selectie van de kleur die moet worden ingesteld (”Rood” of ”Blauw”).

Patroon Instellen

Instelling

Beschrijving

Uit

Geeft de externe signalen weer zonder het testpatroon voor aanpassing te tonen.

Aan

Geeft het testpatroon voor aanpassing weer.

Kleurpatrooninstelling

Voor het instellen van de kleur van het aanpassingspatroon weergegeven tijdens aanpassing van ”Wit” of ”Geel / Cyaan”.

Bijstelling (Pixel)

Als ”Instelgebied” ingesteld is op ”Geheel”, kan de instelling worden geregeld door eenheden van één pixel op het scherm te plaatsen van de kleur die geselecteerd werd in ”Kleurinstelling”.

De instelling kan niet worden geregeld als ”Instelgebied” ingesteld is op ”Zone”.

Instelling

Beschrijving

H (Horizontaal)

Instelbereik: -2 (verplaatst rood/blauw naar links) tot +2 (verplaatst rood/blauw naar rechts)

V (Verticaal)

Instelbereik: -2 (verplaatst rood/blauw naar beneden) tot +2 (verplaatst rood/blauw naar boven)

Bijstelling (Fijn)

Wanneer ”Instelgebied” is geconfigureerd op ”Geheel”, kan fijnafstelling worden uitgevoerd voor de pixels van het hele scherm door ze te verschuiven in stappen van een achtste pixel op basis van de kleur die is geselecteerd in ”Kleurinstelling”.

Als ”Instelgebied” wordt ingesteld op ”Zone”, wordt het scherm gelijkmatig verdeeld in 10 verticale en horizontale zones, en is fijne afstelling mogelijk in elke zone.

Instelling

Beschrijving

H (Horizontaal)

Instelbereik: -31 (verplaatst rood/blauw naar links) tot +31 (verplaatst rood/blauw naar rechts)

V (Verticaal)

Instelbereik: -31 (verplaatst rood/blauw naar beneden) tot +31 (verplaatst rood/blauw naar boven)

Terugzetten

Zet alle pixelinstellingsgegevens terug op de fabrieksstandaard.

Geheel Bijstelling (Pixel) -bedieningsprocedure

Voor het regelen van algemene aanpassingen van de lichte kleurranden in de horizontale/verticale richting van het videobeeld.

  1. Stel ”Instelgebied” in op ”Geheel”

  2. Selecteer ”Kleurinstelling” en ”Kleurpatrooninstelling”

  3. Selecteer ”Bijstelling (Pixel)” en druk op de [OK]-knop

  4. De Instellingsmodus is geactiveerd, en het geselecteerde aanpassingspatroon en het venster Instelling (Pixel) worden weergegeven.

    Z7_Menu_Pixel_Adjust2-1
  5. Gebruik de [sankaku_Usankaku_Dsankaku_L sankaku_R] toetsen om de verticale en horizontale pixels van de hele zone te bewegen en aan te passen

  6. De instelling verschijnt in het midden van het venster Instelling (Pixel).

    Z7_Menu_Pixel_Adjust2-2
  7. Nadat de aanpassing voltooid is, drukt u tweemaal op de [BACK] knop om de Instellingsmodus af te sluiten

Bedieningsgids voor afstandsbediening

Naam van knop

Functie

Beschrijving van werking

[PICTURE MODE]

Adj.Col.

Wijzigt ”Kleurinstelling”.

[C.M.D.]

Pixel/Fine

Verandert tussen ”Bijstelling (Pixel)” en ”Bijstelling (Fijn)”.

Schakelt over op ”Bijstelling (Pixel)” wanneer ”Instelgebied” ingesteld is op ”Zone”.

[GAMMA SETTINGS]

Pat.Col.

Wijzigt ”Kleurpatrooninstelling”.

[ADVANCED MENU]

Adj.Area

Verandert ”Instelgebied”.

Er verschijnt een zonecursor op het instellingspatroon wanneer de ”Zone”-instelling geselecteerd wordt.

Geheel Bijstelling (Fijn) -bedieningsprocedure

Voor het aanbrengen van algemene aanpassingen bij de afwijking van het ganse scherm met ”Bijstelling (Pixel)”, en vervolgens het regelen van de fijne instellingen.

  1. Stel ”Instelgebied” in op ”Geheel”

  2. Selecteer ”Kleurinstelling” en ”Kleurpatrooninstelling”

  3. Selecteer Bijstelling (Fijn) en druk op de [OK]-knop

  4. De Instellingsmodus is geactiveerd, en het geselecteerde aanpassingspatroon en venster Nauwkeurig worden weergegeven.

    Het instelbare bereik kan kleiner zijn, afhankelijk van de pixels die worden ingesteld op het ganse scherm.

    Z7_Menu_Pixel_Adjust3-1
  5. Gebruik de [sankaku_Usankaku_Dsankaku_L sankaku_R] toetsen om de verticale en horizontale pixels van de hele zone te bewegen en aan te passen

  6. De instelling verschijnt in het midden van venster Nauwkeurig.

    Z7_Menu_Pixel_Adjust3-2
  7. Nadat de aanpassing voltooid is, drukt u tweemaal op de [BACK] knop om de Instellingsmodus af te sluiten

  8. Als zowel de maximale totale schermafwijking van H (horizontale richting) als van V (verticale richting) ”31” zijn, kunt u geen waarde selecteren die groter is dan de weergegeven instelling, zelfs niet als de aangepaste instelling lager is dan de maximale waarde.

    Als de minimale totale schermafwijking ”-31” is, kunt u geen waarde selecteren die kleiner is dan de weergegeven instelling, zelfs niet als de aangepaste instelling hoger is dan de minimale waarde.

Zone Bijstelling -bedieningsprocedure

Voor de nauwkeurige instelling van afwijkingen op een deel van het scherm na de aanpassing van totale schermafwijking met behulp van ”Bijstelling (Pixel)” en ”Bijstelling (Fijn)”.

Het scherm kan verticaal en horizontaal opgedeeld worden in 10 secties voor de regeling van gedeeltelijke instellingen.

  1. Stel ”Instelgebied” in op ”Zone”

  2. Selecteer ”Kleurinstelling” en ”Kleurpatrooninstelling”

  3. Selecteer Bijstelling (Fijn) en druk op de [OK]-knop

  4. De Instellingsmodus is geactiveerd, en het geselecteerde aanpassingspatroon en het venster Zone-instelling worden weergegeven.

    Het instelbare bereik kan kleiner zijn, afhankelijk van de pixels die worden ingesteld op het ganse scherm.

    Z7_Menu_Pixel_Adjust4-1
  5. Druk op de [sankaku_Usankaku_Dsankaku_L sankaku_R]-toetsen om de cursor te verplaatsen naar het punt dat moet worden ingesteld

  6. Druk op de [OK]-knop om de Instellingsmodus in te schakelen

  7. Gebruik de [sankaku_Usankaku_Dsankaku_L sankaku_R] toetsen om de verticale en horizontale pixels van de hele zone te bewegen en aan te passen

  8. De instelling verschijnt in het midden van het venster Zone-instelling.

    Z7_Menu_Pixel_Adjust4-2
  9. Nadat de aanpassing voltooid is, drukt u tweemaal op de [BACK] knop om de Instellingsmodus af te sluiten

Masker

Voor het verbergen van het randoppervlak van het beeld met een afdekking (zwarte strook).

Instelling

Beschrijving

Uit

Niet afgedekt.

Aan

Verbergt het in ”Boven”, ”Onder”, ”Links” en ”Rechts” opgegeven bereik door afdekking (met zwarte stroken).

Z1_Menu_Mask1

”Boven” / ”Onder” / ”Links” / ”Rechts”

Voor het opgeven van het (met zwarte stroken) af te dekken bereik.

Instelbereik: 0 tot 220

Anamorphic

Configureer deze instelling wanneer een anamorfe lens gebruikt wordt.

Instelling

Beschrijving

Uit

Projecteert het 2,35:1-beeld zonder enige wijzigingen.

A

Projecteert het 2,35:1 beeld dat is uitgerekt in de verticale richting met alleen gebruikmakende van een 3840-pixel breedte.

B

Projecteert het 16:9-beeld, dat alleen in de horizontale richting samengedrukt is.

C

Dit is een modus die uitsluitend wordt gebruikt voor de DCR-lens van Panamorph.
Projecteert het beeld door 2,35:1 videobeelden in verticale richting uit te rekken en ze in horizontale richting te vergroten tot de maximale paneelbreedte van 4096 pixels.

D

Dit is een modus die uitsluitend wordt gebruikt voor de DCR-lens van Panamorph.
Projecteert het 16:9-beeld, dat alleen in de horizontale richting samengedrukt is.

Scherm instelling

Scherm Instelling

Corrigeert de kleurtemperatuur volgens de eigenschappen van het te gebruiken scherm.

Door de optimale correctiemodus te selecteren, kunnen er correcties worden toegepast voor de weergave van natuurlijke beelden met uitgebalanceerde kleuren.

Deze functie is niet beschikbaar wanneer ”Kleurprofiel” is geconfigureerd op ”Uit(Breed)” of ”Uit(Normaal)”.

Instelling

Beschrijving

Uit

Voert geen correctie uit

Aan

Corrigeert de kleurtemperatuur volgens de eigenschappen van het in ”Schermnr.” geconfigureerde scherm.

Schermnr.

Voor het configureren van de correctiemodus afhankelijk van het te gebruiken scherm.

Dit onderdeel kan niet worden ingesteld wanneer ”Scherm Instelling” is ingesteld op ”Uit”.

Bezoek onze website voor informatie over het scherm en de overeenkomstige correctiemodus.

https://www.jvc.com/global/projector/screen

U kunt gebruik maken van de optionele optische sensor en speciale software voor kalibratie van de projector om fijnere afstellingen te maken.
Bezoek onze website voor meer informatie over de speciale software voor kalibratie van de projector.

https://www.jvc.com/global/support/

Schermaspect

Voor het configureren van de beeldverhouding van het scherm voor weergave.

Installatie Stijl

Voor instelling op ”Voor”, ”Plafond (Voor)”, ”Achter” of ”Plafond (Achter)” in functie van de installatiestatus van de projector.

”Voor” of ”Plafond (Voor)” wordt ingesteld wanneer de projector aan de voorkant ten opzichte van het scherm geïnstalleerd wordt.

”Achter” of ”Plafond (Achter)” wordt ingesteld wanneer de projector aan de achterkant ten opzichte van het scherm geïnstalleerd wordt.

Keystone

Voor de correctie van een trapeziumvertekening die zich voordoet wanneer de projector schuin ten opzichte van het scherm geïnstalleerd wordt. Alleen verticale keystone.

Verticaal instelbereik: -7 tot 7

De waarde verhogen verandert het aspect enigszins.

Het beeld wordt kleiner wanneer de Keystone wordt afgesteld.

V90R_Menu_Keystone1

Aspect

De schermgrootte van het geprojecteerde beeld kan optimaal ingesteld worden in overeenstemming met de originele schermgrootte (hoogte/breedte) die werd ingevoerd.

NetworkSetting Netwerkinstellingen

Voor het opgeven van de instellingen voor de externe controle via een PC of smartphone.

Instelling

Beschrijving

DHCP Client

Aan

Haalt het IP-adres automatisch op van de DHCP-server in het aangesloten netwerk.

Uit

Voor de handmatige configuratie van de netwerkinstellingen.

IP Adres

Voor de configuratie van het IP-adres.

Subnet Mask

Voor de configuratie van het subnetmasker.

Standaard Gateway

Voor de configuratie van de standaardgateway.

MAC Adres

Geeft het MAC-adres van het apparaat weer.

Set

Past de netwerkinstellingen toe.

Control4 SDDP

Stel in op ”Aan” om Control4 SDDP dit apparaat te laten detecteren.
Wanneer dit apparaat niet is aangesloten op een omgeving die door de controller wordt bestuurd en Control4 SDDP van de Control4 Corporation, stel dit dan in op ”Uit”.

Woordenlijst van netwerkterminologie

DHCP:

Afkorting voor Dynamic Host Configuration Protocol. Dit is een protocol om het netwerk automatisch een IP-adres te laten toewijzen aan het aangesloten toestel.

IP Adres:

Numerieke tekens voor de identificatie van het toestel dat aangesloten is op het netwerk.

Subnet Mask:

Numerieke tekens die de bittelling definiëren die gebruikt wordt voor het netwerkadres dat een segment is van het IP-adres.

Standaard Gateway:

Server voor communicatie buiten het netwerk dat is opgedeeld door het subnetmasker.

MAC Adres:

Afkorting voor Media Access Control-adres. Dit is een nummer dat uniek is voor elke netwerkadapter. Elk van de netwerkadapters wordt toegewezen met een uniek MAC-adres.

Netwerkwachtwoord

Voor het configureren van het wachtwoord tijdens LAN-verbinding.

De tekens die kunnen gebruikt worden zijn tekens van het alfabet (grote letters en kleine letters), numerieke tekens en symbolen.

Voer een wachtwoord in van minimaal 8 en maximaal 10 tekens.

NZ700_Network_Password

Configuratie van een netwerkwachtwoord is nodig alvorens verbinding te maken met de LAN-poort.

Elk IP-besturingssysteem van derden moet dit wachtwoord configureren in hun communicatieprotocol.

DisplaySetting Weergave-instellingen

Achtergrondkleur

Voor het instellen van de kleur van de achtergrond naar ”Blauw” of ”Zwart” wanneer er geen signaalinvoer is.

Menupositie

Voor de instelling van de weergavepositie van het menu.

Signaalweergave

Voor het instellen van de weergave van de ingevoerde gegevens naar ”Aan” of ”Uit”.

Instelling

Beschrijving

Uit

Niet weergegeven.

Aan

Toont de ingangspoort gedurende 5 seconden wanneer de ingang veranderd wordt.

Logo

Voor het instellen van de weergave van het logo tijdens het opstarten op ”Aan” of ”Uit”.

Instelling

Beschrijving

Uit

Niet weergegeven.

Aan

Geeft het ”D-ILA”-logo gedurende 5 seconden weer tijdens het opstarten.

Taal

Voor de instelling van de weergavetaal op ”English”, ”Deutsch”, ”Español”, ”Italiano”, ”Français”, ”Português”, ”Nederlands”, ”Polski”, ”Norsk”, ”繁體中文” of ”日本語”.

EcoSetting ECO-instellingen

Timer

Voor het instellen van de tijdsduur voordat de stroom automatisch uitschakelt wanneer de projector niet wordt bediend.

Instelwaarden: ”Uit”, ”1 uur”, ”2 uur”, ”3 uur” en ”4 uur”

De instelling blijft behouden, zelfs nadat de Timer-UIT functie voltooid is.

ECO Mode

Instelling

Beschrijving

Aan

Laat ”ECO Mode” het stroomverbruik minimaliseren in de stand-by-modus.

LAN communicatie kan niet worden gebruikt in de stand-by-modus.

Indien er geen signaaloverdracht en werking is gedurende 15 minuten terwijl een beeld wordt geprojecteerd, schakelt de stroombeheerfunctie het apparaat automatisch over naar de stand-by-stand.

Uit

Selecteer deze optie om te bedienen via LAN-communicatie in de stand-bymodus of als Control4 gebruikt moet worden.

Als deze unit op stand-by gaat terwijl ”ECO Mode” op ”Aan” wordt ingesteld, worden alle indicatielampjes op de unit uitgeschakeld, inclusief het ”STANDBY/ON” indicatielampje. Om de stroom vanuit deze toestand in te schakelen, gebruikt u de [STANDBY/ON] knop op de unit. U kunt ook één keer op een willekeurige toets van de afstandsbediening drukken om de stand-by modus te annuleren en druk dan op de [ON] knop op de afstandsbediening.

Verberg Modus

Voor het verminderen van het stroomverbruik door het onderdrukken van de uitgangsstroom van het LD blok wanneer de [HIDE] knop wordt ingedrukt om het beeld tijdelijk te verbergen.

Instelling

Beschrijving

Uit

De verlichting blijft ingeschakeld wanneer de [HIDE]-toets wordt ingedrukt om het beeld te verbergen.

Aan

De verlichting wordt uitgeschakeld wanneer de [HIDE]-toets wordt ingedrukt om het beeld te verbergen.

SystemSetting Systeeminstellingen

Afstandsbedieningscode

Voor de wijziging van de afstandsbedieningscode.

Instelling

Beschrijving

A

Stelt de afstandsbedieningscode in op ”A”.

B

Stelt de afstandsbedieningscode in op ”B”.

U dient de afstandsbediening te configureren in overeenstemming met de instellingen van dit apparaat.
Op de afstandsbediening, drukt u op de [MENU]-knop gedurende drie seconden of langer terwijl u op de [BACK]-knop drukt deze ingedrukt houdt om de code te wisselen.

De achterverlichting van de afstandsbediening knippert 3 keer: de afstandsbedieningscode wijzigen in ”A”

De achterverlichting van de afstandsbediening knippert 2 keer: de afstandsbedieningscode wijzigen in ”B”

Als de instelling tussen dit toestel en de afstandsbediening verschilt, knippert de ”STANDBY/ON” indicator groen wanneer de code van de afstandsbediening wordt ontvangen.

Z1_LED7

Grote-Hoogtemodus

Voor het instellen van de grote hoogte modus op ”Aan” of ”Uit”.

Stel deze optie in op ”Aan” wanneer u de projector gebruikt op een plaats met lage atmosferische druk (hoger dan 900 m boven zeeniveau).

Instellingen back-uppen

Voor het exporteren of importeren van de projectorinstellingen met behulp van een in de handel verkrijgbare USB-stick.

De huidige objectiefbesturingsinformatie (scherpstelling, zoom, verschuiving) wordt niet geëxporteerd of geïmporteerd.

Let op het volgende wanneer u een USB-stick gebruikt.

Gebruik een FAT32-schijf van 1 GB of meer.

Zorg ervoor dat er geen andere mappen of bestanden zijn.

Schakel de hoofdeenheid niet uit en verwijder de USB-stick niet terwijl deze in werking is. Als dit wel gebeurt, kan de projector defect raken.

Wijzig de bestandsnaam niet.

Instellingen exporteren

Voor het exporteren van de projectorinstellingen naar een USB-stick.

Als er niet voldoende vrije ruimte is op de USB-stick, worden de instellingen mogelijk niet geëxporteerd.

Informatie zoals de datum en tijd van aanmaken wordt niet weergegeven in het bestand dat tijdens het exporteren wordt aangemaakt.

Meerdere instellingen kunnen niet naar dezelfde USB-stick worden geëxporteerd. Als de gegevens al aanwezig zijn in de USB-stick, worden deze overschreven.

Instellingen importeren

Voor het terughalen van de projectorinstellingen vanaf de USB-stick en om ze toe te passen op de projector.

Zodra de instellingen zijn geïmporteerd, gaan de projector en alle LED-indicatoren uit.
Om de stroom opnieuw in te schakelen, gebruikt u de STANDBY_ON-knop op de eenheid. U kunt ook één keer op een willekeurige knop van de afstandsbediening drukken om deze in stand-by te zetten en druk dan op de ON [ON]-knop op de afstandsbediening.

Het importeren van de instellingen overschrijft alle huidige instellingen.

Fabrieksinstelling

Voor het terugzetten van de instellingen van deze unit naar de fabrieksinstellingen. Echter, dan zullen de volgende instellingen niet worden gereset.

Gammagegevens die zijn opgeslagen in ”Gamma” arrow ”Correctiewaarde” arrow ”Import”.

Kleurprofielgegevens opgeslagen in ”Kleurprofiel” arrow ”Custom1 tot Custom4”.

Software-update

Voor het bijwerken van software.

Zie https://www.jvc.com/global/support/ voor de meest recente informatie over de software.