> Verbinden (inschakelen) > Slechts één oortelefoon gebruiken

Slechts één oortelefoon gebruiken

Nadat de L- en R-oordopjes zijn verbonden met het BLUETOOTH-apparaat en de BLUETOOTH-instelling op het apparaat is ingeschakeld, kan et L- of R-oordopjes nu zelfstandig worden gebruikt.

Verwijder de oortelefoon die u wilt gebruiken uit de oplaadcassette. De stroom van de oortelefoons wordt automatisch ingeschakeld en ze worden automatisch opnieuw verbonden met het laatst verbonden apparaat.

earphone_L_A11T

Bij het afspelen van stereomuziek wordt slechts één zijde van het gebruikte audiokanaal afgespeeld.

Voor bediening op afstand, kan alleen de oortelefoon die in gebruik is worden gebruikt.

De werking van de L- en R-oordopjes is verschillend. Audio/Telefoon

Om gebruik te maken van de oortelefoon die niet in de oplaadcassette zit, drukt u op de knop van de oortelefoon voor ongeveer 3 seconden om de stroom in te schakelen.

Wanneer het koppelen nog niet is uitgevoerd, moet u dit voor gebruik doen. Koppelen (een apparaat registreren)

Om beide oortelefoons te gebruiken, plaatst u ze terug in de oplaadcasette, wacht u tot ze uitschakelen en verwijdert u ze weer uit de cassette.