> Aan het opladen > Opladen van de oplaadcassette
Opladen van de oplaadcassette
Wanneer u een los verkrijgbare USB-wisselstroomadapter gebruikt, wees er dan zeker van dat u er een gebruikt met een uitgangsspanning van 5 V en een uitgangsstroom van 1 A of hoger. Anders kan dit leiden tot storingen of abnormale opwarming.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde laadkabel om het systeem op te laden.
Verbind het systeem met gebruik van de meegeleverde oplaadkabel met een in de handel verkrijgbare USB-conversieadapter.
-
1Sluit de meegeleverde laadkabel aan om het laden te starten.
-
Steek de USB-netadapter in het stopcontact om het opladen te starten.
Het indicatielampje gaat branden om aan te geven dat het opladen is gestart.
De oplaadtijd voor de oplaadcassette is ongeveer 2,5 uur.
Indicatielampje op de oplaadcassette
Tijdens het opladen gaat het indicatielampje branden. De indicator dooft wanneer het opladen is voltooid.
Als het opladen is voltooid, koppelt u de USB-oplaadkabel los.
De oplaadcassette kan stoppen met opladen als de temperatuur het oplaadtemperatuurbereik overschrijdt (5 °C (41 °F) tot 35 °C (95 °F)). (Het indicatielampje op de oplaadcassette knippert 2 keer snel.) Het opladen wordt automatisch hervat in een omgeving waar de temperatuur weer binnen het oplaadtemperatuurbereik valt.
Laad, om achteruitgang van de accu te voorkomen, de oplaadcassette elke 6 maanden op, wanneer deze gedurende een lange tijd niet is gebruikt.
Bij het opladen van de oplaadcassette die gedurende een lange tijd niet is gebruikt, kan het enige tijd duren voordat het indicatielampje gaat branden of knipperen. Wacht tot het indicatielampje gaat branden of knipperen.