> Verbinden (inschakelen) > Opnieuw verbinden
Opnieuw verbinden
Schakel de Bluetooth-functie op het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken in, gevolgd door beide oortelefoons uit de oplaadcassette te halen. De stroom van de oortelefoons wordt automatisch ingeschakeld en ze worden automatisch opnieuw verbonden met het laatst verbonden apparaat.
Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, gebruikt u het BLUETOOTH-apparaat om verbinding te maken.
-
1Controleer of de oortelefoons zijn uitgeschakeld. Uitschakelen
-
2Schakel de BLUETOOTH-functie van het apparaat om verbinding mee te maken in, gevolgd door het tegelijkertijd vathouden van de knop op zowel het L- als R-oordopje voor ongeveer 3 seconden.
[L]
-
Het indicatielampje op het oordopje gaat 1 seconde wit branden en de stroom wordt ingeschakeld.
-
Wanneer het indicatielampje langzaam rood begint te knipperen, zullen de oortelefoons proberen verbinding te maken met het als laatst verbonden apparaat.
-
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, gaat het L-indicatielampje langzaam wit knipperen.
[R]
-
Het indicatielampje op het oordopje gaat 1 seconde wit branden en de stroom wordt ingeschakeld.
-
Wanneer het indicatielampje langzaam rood begint te knipperen, zal het proberen om een verbinding tot stand te brengen.
-
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, knippert het R-indicatielampje tweemaal wit en gaat over naar langzaam knipperen.
De oortelefoons maken opnieuw verbinding met het apparaat dat als laatste was verbonden en kan nu worden gebruikt om naar muziek te luisteren.
Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, gebruikt u het BLUETOOTH-apparaat om verbinding te maken.
Als het rechter indicatielampje rood knippert, betekent dit dat de linker en rechter oortelefoon niet met elkaar verbonden zijn. Schakel in dit geval zowel de linker als de rechter oortelefoon uit, gevolgd door ze weer gelijktijdig in te schakelen.
Door de toets op het L-oordopje ingedrukt te houden voor ongeveer 5 seconden, schakelt het L-indicatielampje naar snel knipperen, afwisselend tussen rood en wit. Als dit gebeurt, schakel de stroom van de oortelefoon uit en herhaal de stappen vanaf het begin. Uitschakelen
Het voor ongeveer 10 seconden ingedrukt houden van de knop op het L-oordopje zorgt ervoor dat het koppelen (apparaatregistratie) wordt gestart. Voer in dit geval het koppelen (apparaatregistratie) opnieuw uit.
Als u de knop op het L-oordopje ongeveer 20 seconden ingedrukt houdt, initialiseert u de koppelingsinformatie (apparaatregistratie) alsmede de verbindingsinformatie van de L- en R-oordopjes. Voer in dit geval het koppelen (apparaatregistratie) opnieuw uit nadat de L- en R-oordopjes zijn geïnitialiseerd. Het terugzetten van de instellingen in de originele staat
Door de knop op het R-oordopje ongeveer 20 seconden ingedrukt te houden worden de instellingen van de oordopjes geïnitialiseerd. Voer in dit geval het koppelen (apparaatregistratie) opnieuw uit nadat de L- en R-oordopjes zijn geïnitialiseerd. Het terugzetten van de instellingen in de originele staat