> Probleemoplossing

Probleemoplossing

Symptoom

Handeling

Niet in staat om te koppelen

Houd de Maru_KD10W-knop ingedrukt totdat het lampje afwisselend rood en wit begint te knipperen. Koppelen

Zorg er tijdens het koppelen voor dat het BLUETOOTH-apparaat zich binnen 1 m van het systeem bevindt.

Schakel het BLUETOOTH-apparaat in en activeer koppeling.

Verwijder de koppelingsinformatie op de BLUETOOTH-apparatenlijst en voer het koppelen opnieuw uit.

Voer bewerkingen uit na het instellen van de bediening van het aangesloten Bluetooth apparaat op OFF en vervolgens op ON.

Bewerkingen uitvoeren na het in- en uitschakelen van het aangesloten apparaat.

Raadpleeg de pagina over verbinding. Verbinden (inschakelen)

Controleer of het systeem is aangesloten op een ander apparaat. Schakel de BLUETOOTH-instellingen van andere apparaten uit en schakel koppelen met het gewenste apparaat in.

De indicator knippert rood en de verbinding kan niet worden voltooid

Schakel het BLUETOOTH-apparaat in, schakel de Bluetoothfunctie in en selecteer vervolgens het systeem uit de lijst met BLUETOOTH-apparaten.

Na het verbinden het systeem werkt het aangesloten BLUETOOTH-apparaat niet direct

Afhankelijk van het verbonden BLUETOOTH-apparaat, zal zelfs wanneer het lampje wit knippert na het verbinden met het systeem, het BLUETOOTH-apparaat misschien niet meteen functioneren vanwege vertraging in de verbindingshandeling. Wacht een paar seconden en probeer het opnieuw te bedienen.

Het volume is laag of het geluid is onaangenaam

Verhoog het volume op het systeem of op het verbonden BLUETOOTH-apparaat.

Kan niet terugspringen naar het vorige nummer

Uw BLUETOOTH-apparaat of muziekapplicatie ondersteunt mogelijk geen bediening op afstand. Bedien het BLUETOOTH-apparaat om terug te keren naar het vorige nummer.

Kan niet springen naar het volgende nummer

Uw BLUETOOTH-apparaat of muziekapplicatie ondersteunt mogelijk geen bediening op afstand. Bedien het BLUETOOTH-apparaat om het volgende nummer af te spelen.

Het geluid is vervormd

Regel het volume op het verbonden BLUETOOTH-apparaat zodat er geen vervorming is, en pas vervolgens het volume op het systeem aan.

Laad de unit opnieuw op. Opladen

Beltoon is zacht en kan niet worden gehoord

De beltoon is mogelijk niet hoorbaar vanuit de koptelefoon als de stille stand van het BLUETOOTH-apparaat is ingeschakeld. Schakel de stille stand van het BLUETOOTH-apparaat uit of pas het volume van de beltoon aan.

Geluid is korrelig en er is ruis

Gebruik het aangesloten apparaat in een positie of oriëntatie die de meeste stabiele communicatie toestaat. Het geluid wordt onderbroken als de koptelefoon met de handen worden afgedekt.

Spraakoproepen kunnen mogelijk haperen, afhankelijk van de netwerkomgeving van het BLUETOOTH-apparaat, de staat van de radiogolven rondom het Systeem of de netwerkomgeving van het Systeem.

Probeer het aantal apps dat wordt uitgevoerd op het aangesloten BLUETOOTH-apparaat te verminderen.

Laad het Systeem op. Opladen

De hoofdtelefoon werkt niet correct

Laad het systeem op en zet de stroom aan.

Inschakelen niet mogelijk

Laad het Systeem op. Opladen

Niet in staat om op te laden

Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.

Laad op binnen het laadtemperatuurbereik.

Muziek of spraakoproepen zijn niet hoorbaar

Verwijder de koppelingsinformatie op de BLUETOOTH-apparatenlijst. Voer het koppelen uit na het uit- en weer inschakelen van het aangesloten apparaat en (of na het opnieuw opstarten).