> Verbinden > Opnieuw verbinden (Inschakelen: NFC-ingeschakeld apparaat)
Opnieuw verbinden (Inschakelen: NFC-ingeschakeld apparaat)
Controleer of de stroom is uitgeschakeld.
Schakel de BLUETOOTH en NFC-instellingen van het BLUETOOTH-apparaat in, raak de NFC-antennelocatie van het BLUETOOTH-apparaat continu aan op het -teken aan de linkerkant van het systeem totdat het indicatielampje blauw gaat branden. Het systeem schakelt in.
Verwijder het BLUETOOTH-apparaat nadat het indicatielampje aan de rechterkant van het systeem blauw gaat branden. Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, zal het systeem proberen opnieuw verbinding tot stand te brengen met het laatst verbonden apparaat.
Volg de instructies op het scherm van het BLUETOOTH-apparaat om verbinding tot stand te brengen. Als de verbinding tot stand is gebracht, zal het indicatielampje langzaam blauw knipperen.
Wanneer de indicator langzaam rood blijft knipperen, is er geen verbinding tot stand gebracht tussen het systeem en het BLUETOOTH-apparaat. Selecteer in dat geval het systeem op het BLUETOOTH-apparaat om een verbinding tot stand te brengen.