Opnemen |
De lensopening instellen |
U kunt de lensopening aanpassen om het scherpstellingsgebied te wijzigen.
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7

Selecteer de stand Handmatig opnemen.

Tik als de modus Intelligent Auto is op
op het opnamescherm om het scherm van de modusoverschakeling weer te geven.
Tik op om de opnamemodus over te schakelen op Handmatig.


Tik op ”MENU”.

Het menu snelkoppelingen verschijnt.

Tik op ”MENU” in het menu snelkoppelingen.


Tik op ”DIAFRAGMAVOORKEUZE”.

Tik op of
om naar boven of naar beneden te gaan voor een verdere selectie.
Tik op om het menu af te sluiten.
Tik op om terug te keren naar het vorige scherm.

Tik op ”HANDMATIG”.


Pas de lensopening aan.

De lensopening kan worden ingesteld van F1,2 tot F5,6.
Tik op als u de achtergrond ook wilt scherpstellen (grotere lensopeningswaarde).
Tik op als u de achtergrond vaag wilt weergeven (kleinere lensopeningswaarde).

Tik op ”INSTEL” om te bevestigen.

OPMERKING
- De instellingen kunnen afzonderlijk worden aangepast voor video’s en stilstaande beelden.
- Wanneer het apparaat is ingezoomd naar de tele-opnamezijde, wordt de lensopeningswaarde ingesteld in overeenstemming met de zoom, en wordt ze in het geel weergegeven. Stel de zoom in op de grote-hoekzijde om het kleinste F-nummer te kunnen instellen.
- Hoe groter de lensopeningswaarde, hoe donkerder het onderwerp mogelijk wordt weergegeven.