Opnemen |
De lensopening instellen |
U kunt de lensopening om een beeld vast te leggen afstellen met alleen het onderwerp scherpgesteld.
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5

Tik op ”MENU”.


Tik op ”DIAFRAGMAVOORKEUZE”.

Tik op ∧ of ∨ om naar boven of naar beneden te gaan voor een verdere selectie.
Tik op om het menu af te sluiten.
Tik op om terug te keren naar het vorige scherm.

Tik op ”HANDMATIG”.


Pas de lensopening aan.

De lensopening kan worden ingesteld van F1.2 tot F5.6.
Tik op ∧ als u de achtergrond ook wilt scherpstellen (grotere lensopeningswaarde).
Tik op ∨ als u de achtergrond vaag wilt weergeven (kleinere lensopeningswaarde).

Tik op ”INSTEL” om te bevestigen.

Na de bevestiging verdwijnt het scherm voor de afstelling van de lensopening.
OPMERKING
- De instellingen kunnen afzonderlijk worden aangepast voor video’s en stilstaande beelden.
- Wanneer het apparaat is ingezoomd naar de tele-opnamezijde, wordt de lensopening niet helemaal gediafragmeerd als de ze op de minimumwaarde (F1.2) wordt ingesteld. In dat geval wordt de lensopeningswaarde ingesteld in overeenstemming met de zoom, en wordt ze in het geel weergegeven. Stel de zoom in op de grote-hoekzijde, om ervoor te zorgen dat de lensopening volledig kan worden gediafragmeerd.
- Hoe groter de lensopeningswaarde, hoe donkerder het onderwerp wordt weergegeven.