Handmatige afstelling voor opname

Regelt de sluitersnelheid en lensopeningswaarde handmatig voor de opname.
Deze instellingen kunnen afzonderlijk worden aangepast voor video’s en stilstaande beelden.

P: Regelt de blootstelling (m.a.w. helderheid) (Geprogrammeerd automatisch).

Zodra de blootstelling is geregeld, worden ”DIAFRAGMA” en ”SLUITERSNELHEID” automatisch afgesteld, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.

Stel de opnameknop in op P.

De blootstelling wordt automatisch geregeld.

Voor een verdere handmatige regeling van de blootstelling

Druk op de ”EXPOSURE”-knop. Wijzig de numerieke waarde met de regelknop, en druk vervolgens op de ”SET”-knop.

A: Regelt de lensopening (Diafragmavoorkeuze)

”SLUITERSNELHEID” wordt automatisch afgesteld om een optimale blootstelling te behouden.

Stel de opnameknop in op A.

Wijzig de numerieke waarde met de regelknop.

OPMERKING

Als u de numerieke waarde verlaagt, wordt de achtergrond vaag weergegeven en steekt het onderwerp af.

Voor een verdere handmatige regeling van de blootstelling

Druk op de ”EXPOSURE”-knop. Wijzig de numerieke waarde met de regelknop, en druk vervolgens op de ”SET”-knop.

S: Regelt de sluitersnelheid (Prioriteit sluitersnelheid)

”DIAFRAGMA” wordt automatisch afgesteld om een optimale blootstelling te behouden.

Stel de opnameknop in op S.

Wijzig de numerieke waarde met de regelknop.

OPMERKING

Als de numerieke waarde verlaagd wordtkan een snel bewegend onderwerp duidelijk vastgelegd worden, zonder dat het vaag weergegeven wordt.

Voor een verdere handmatige regeling van de blootstelling

Druk op de ”EXPOSURE”-knop. Wijzig de numerieke waarde met de regelknop, en druk vervolgens op de ”SET”-knop.

M: Regelt de lensopening en de sluitersnelheid tegelijkertijd (Handmatig)

De blootstelling (helderheid) wordt vastgelegd door de lensopening en de sluitersnelheid te regelen.

Stel de opnameknop in op M.

Wijzig de numerieke waarde van ”SLUITERSNELHEID” met de regelknop, en druk vervolgens op de ”EXPOSURE”-knop.

Wijzig de numerieke waarde van ”DIAFRAGMA” met de regelknop.

OPMERKING

Als de sluitersnelheid handmatig (M) geregeld wordt, wordt mogelijk geen juiste blootstelling verkregen.

Als de sluitersnelheid ingesteld is op 4 seconden, is de scherpstelling vastgelegd op handmatig, en is ”OPHELDEREN” vastgelegd op ”UIT”.

U: Slaat de instelwaarden op van frequent gebruikte functies (Gebruikersinstellingen)

Bij de instelling van de lensopening en de sluitersnelheid kunnen de instellingen gemakkelijk geregeld worden door de instelwaarden op te slaan, als deze waarden herhaaldelijk gebruikt worden.

De instelwaarden kunnen opgeslagen worden in de Gebruikersinstellingen (U) van de opnameknop. Er kunnen verschillende instelwaarden opgeslagen worden voor video’s en stilstaande beelden.

Onderdelen die moeten ingesteld worden

Onderdeel

MOVIE / PHOTO

Referentie

SLUITERSNELHEID

Beide

-

DIAFRAGMA

Beide

-

WITBALANS

Beide

OPHELDEREN

(AGC)

Alleen MOVIE

GAIN OMHOOG

(ISO)

Alleen PHOTO

Instelwaarden van de GEBRUIKER-knop opslaan

Tik op ”MENU”.

Het bovenste menu verschijnt.

Tik op ”OPNAME INSTELIING”.

Tik op Cursor_Right onderaan rechts op het scherm.

(Dit scherm wordt weergegeven wanneer de opnameknop ingesteld is op i.AUTO)

Tik op ”REGELKNOP GEBRUIKER”.

Tik op de onderdelen voor de instellingen.

Tik op de instelwaarde.

Selecteer voor ”SLUITERSNELHEID” en ”DIAFRAGMA” om ”HANDMATIG” te tikken de instelwaarden door op Cursor_Left / Cursor_Right te tikken, en tik vervolgens op ”INSTEL”.

Herhaal stap 5 tot 6 om andere onderdelen in te stellen.

Tik op batsu .

Stel de opnameknop in op U, en start vervolgens de opname.