U kunt de lensopening aanpassen om het scherpstellingsgebied te wijzigen.
-
- Opnemen
- Handmatig opnemen
-
De lensopening instellen
De lensopening instellen
Selecteer de stand Handmatig opnemen.
Als de camera in de 
-stand staat, tikt u op om het standselectiescherm weer te geven.
Tik op 
om de opnamemodus over te schakelen op Handmatig.
Tik op ”MENU”.
Selecteer ”Camera Proces” met 
of 
, en tik vervolgens op ”SET”.
Selecteer ”Diafragma” met of , en tik vervolgens op ”SET”.
Tik op 
om het menu af te sluiten.
Tik op 
om terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer ”Handmatig” met of , en tik vervolgens op ”SET”.
Pas de lensopening aan.
Diafragma kan worden ingesteld op een waarde tussen F1.8 en F4.0.
Tik op als u de achtergrond ook wilt scherpstellen (grotere lensopeningswaarde).
Tik op als u de achtergrond vaag wilt weergeven (kleinere lensopeningswaarde).
Door de toets ingedrukt te houden kan de scherpstelling continu aangepast worden.
Tik op ”SET” om te bevestigen.
OPMERKING
Wanneer er wordt gezoomd tot het Tele-einde wordt de diafragmawaarde ingesteld volgens de zoom en aangeduid in geel. De diafragmawaarde zal in dit geval verschillen van de vooraf ingestelde waarde.
Hoe groter de lensopeningswaarde, hoe donkerder het onderwerp mogelijk wordt weergegeven.
LET OP
Diafragma kan niet worden geselecteerd in de volgende gevallen:
- Tijdens Autom-opname
- Als ”Lolux” is ingesteld op ”Aan”