U kunt de sluitersnelheid instellen om deze af te stemmen op het type onderwerp.
-
- Opnemen
- Handmatig opnemen
-
Sluitersnelheid instellen
Sluitersnelheid instellen
Selecteer de stand Handmatig opnemen.
Als de camera in de 
-stand staat, tikt u op om het standselectiescherm weer te geven.
Tik op 
om de opnamemodus over te schakelen op Handmatig.
Tik op ”MENU”.
Selecteer ”Camera Proces” met 
of 
, en tik vervolgens op ”SET”.
Selecteer ”Sluitersnelheid” met of , en tik vervolgens op ”SET”.
Tik op 
om het menu af te sluiten.
Tik op 
om terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer ”Handmatig” met of , en tik vervolgens op ”SET”.
Stel de sluitersnelheid af.
De sluitersnelheid kan worden ingesteld van 1/7,5 tot 1/10000.
Tik op om de sluitersnelheid te verhogen.
Tik op om de sluitersnelheid te verlagen.
Door de toets ingedrukt te houden kan de scherpstelling continu aangepast worden.
Tik op ”SET” om te bevestigen.
OPMERKING
Hoewel snel bewegende onderwerpen duidelijk kunnen worden vastgelegd door de ”Sluitersnelheid” te verhogen, wordt het scherm mogelijk donkerder weergegeven. Controleer bij opnamen op donkere plaatsen zoals in binnenruimten de helderheid van de LCD-monitor, en stel ”Sluitersnelheid” dienovereenkomstig in.
LET OP
Sluitersnelheid kan niet worden geselecteerd in de volgende gevallen:
- Tijdens Autom-opname
- Als ”Lolux” is ingesteld op ”Aan”