Beeld Aanp.
Wijzigt de beschikbare beeldmodi afhankelijk van het type inhoud dat u wilt bekijken.
U kunt de beeldkwaliteit instellen in functie van het type videobeeld dat u bekijkt.
Wijzigt de vooraf geconfigureerde ”Beeld Mode”-instelling.
Regelt de helderheid van de lichtbron door het regelen van de LD-stroom.
Instelbereik: 0 tot 100
Breidt het dynamisch bereik van video-expressie uit door het regelen van de helderheid van de lichtbron op basis van beeldanalyse.
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Uit |
Geen controle. |
|
Laag |
Behoudt de piekhelderheid terwijl de laserlichtbronregeling en het videosignaal automatisch worden geoptimaliseerd. Zwakkere controle dan ”Hoog”. |
|
Hoog |
Behoudt de piekhelderheid terwijl de laserlichtbronregeling en het videosignaal automatisch worden geoptimaliseerd om een solide zwarte toon te produceren in het hele videobeeld. |
|
Gebalanceerd |
Past zowel de schaduwen als de hooglichten enigszins aan terwijl de piekhelderheid wordt onderdrukt. Verbetert de diepte en de realiteit van de scène. |
Dit item is niet beschikbaar wanneer ”Korte Wachttijd” is ingesteld op ”Aan”.
Dit item kan niet worden ingesteld wanneer ”Beeld Mode” is ingesteld op ”Natuurlijk (LL)”/”HDR10 (LL)”/”HLG (LL)”.
Om de helderheid te veranderen door het aanpassen van het diafragma.
Instelbereik: -15 (wordt gediafragmeerd) to 0 (wordt geopend)
Voor de instelling van het verschil in helderheid, om een beeld met contrast te creëren.
Instelbereik: -50 (klein verschil in helderheid) tot +50 (groot verschil in helderheid)
Voor de instelling van de helderheid van het videobeeld.
Instelbereik: -50 (donkerder) tot +50 (helderder)
Voor de instelling van de kleurverzadiging van het videobeeld.
Instelbereik: -50 (lichter) tot +50 (dieper)
Voor de instelling van de schakering van het videobeeld.
Instelbereik: -50 (roodachtig) tot +50 (groenachtig)
U kunt de namen van ”User 1” tot ”User 6” wijzigen in de Beeldmodus.
De tekens die kunnen worden gebruikt zijn tekens van het alfabet (grote letters of kleine letters), numerieke tekens, symbolen en blanco (spatie). (Blanco (spatie) kan echter niet worden gebruikt voor de eerste en laatste tekens.)
Voer niet meer dan 10 tekens in.
Configureert de ”Kleurprofiel” (kleurruimte-informatie) volgens de vooraf geconfigureerde ”Beeld Mode”. Het wordt ook gebruikt om de vooraf geconfigureerde ”Kleurprofiel”-instellingen fijn af te stellen.
De beschikbare ”Kleurprofiel”-instellingen variëren naargelang ”Beeld Mode”.
Elk van de kleuren is instelbaar in overeenstemming met de voorkeur van de gebruiker.
Configureert ”Kleurtemperatuur” volgens de vooraf geconfigureerde ”Beeld Mode”. Het wordt ook gebruikt om de vooraf geconfigureerde ”Kleurtemperatuur”-instellingen fijn af te stellen.
De ”Kleurtemperatuur”-instellingen beschikbaar voor configuratie variëren afhankelijk van ”Beeld Mode”.
Wanneer ”Kleurprofiel” is ingesteld op ”Uit(Breed)/Uit(Normaal)”, wordt de instelling vast bij ”Hoog Helder”.
”Kleurtemperatuur”
|
Kleurtemperatuur |
Beschrijving |
|---|---|
|
Xenon 1 |
Kleurtemperatuur die de kenmerken weergeeft van een xenonlamp die gebruikt wordt in cinema’s. Xenon 1: een lichtbronkleur die uitgestraald wordt door een filmprojector Xenon 2: een lichtbronkleur die uitgestraald wordt door een projector die gebruikt wordt voor digitale cinema |
|
Xenon 2 |
|
|
5500K |
Als de waarde wordt verhoogd, wordt de blauwe kleurtoon van het videobeeld verbeterd, terwijl bij een verlaging van de waarde de rode kleurtoon wordt verbeterd. |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Hoog Helder |
Kleurtemperatuur die prioriteit geeft aan helderheid. |
|
HDR10+ |
Kleurtemperatuur geschikt voor het bekijken van HDR10+-inhoud. |
|
HDR10 |
Kleurtemperatuur geschikt voor het bekijken van HDR10-inhoud. De standaardinstelling is 6500K. |
|
HLG |
Kleurtemperatuur geschikt voor het bekijken van HLG-inhoud. De standaardinstelling is 6500K. |
|
Aangepast 1 tot Aangepast 2 |
De kleurtemperatuur van videobeelden kan handmatig ingesteld worden en opgeslagen worden als een van de drie aangepaste instellingen. |
Lijst van selecteerbare ”Kleurtemperatuur” volgens ”Beeld Mode”
|
Beeld Mode |
Kleurtemperatuur |
|---|---|
|
Film |
Xenon 1 |
|
Xenon 2 |
|
|
Aangepast 1 tot Aangepast 2 |
|
|
Bioscoop |
5500K |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Xenon 1 |
|
|
Xenon 2 |
|
|
Hoog Helder |
|
|
Aangepast 1 tot Aangepast 2 |
|
|
Natuurlijk Natuurlijk (LL) Levendig User 1 tot User 3 |
5500K |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Hoog Helder |
|
|
Aangepast 1 tot Aangepast 2 |
|
|
HDR10+ |
HDR10+* |
|
FILMMAKER MODE |
6500K |
|
Frame Adapt HDR 1 Frame Adapt HDR 2 HDR Levendig HDR10 HDR10 (LL) |
5500K |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Hoog Helder |
|
|
HDR10 |
|
|
Aangepast 1 tot Aangepast 2 |
|
|
HLG HLG (LL) |
5500K |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Hoog Helder |
|
|
HLG |
|
|
Aangepast 1 tot Aangepast 2 |
|
|
(Ga door op de volgende pagina) |
|
|
User 4 tot User 6 |
5500K |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Hoog Helder |
|
|
HDR10 |
|
|
HLG |
|
|
Aangepast 1 tot Aangepast 2 |
|
Als ”Beeld Mode” is ingesteld op ”HDR10+”, is de instelling vastgelegd op ”HDR10+”.
Configureert de kleurtemperatuur op basis van welke ”Verhoog Rood”/”Verhoog Groen”/”Verhoog Blauw”/”Verlaag Rood”/”Verlaag Groen”/”Verlaag Blauw” worden aangepast wanneer ”Kleurtemperatuur” is geconfigureerd op ”HDR10””HLG””Aangepast 1””Aangepast 2”.
De ”Correctiewaarde”-instellingen beschikbaar voor configuratie variëren afhankelijk van ”Beeld Mode”.
Stelt elke kleur in de heldere delen van het videobeeld in.
Instelbereik: -255 (vermindert de rode / groene / blauwe tint) tot 0 (geen correctie)
Stelt elke kleur in de donkere delen van het videobeeld in.
Instelbereik: -50 (vermindert de rode/groene/blauwe tint) tot 0 (geen aanpassing) tot +50 (verbetert de rode/groene/blauwe tint)
Lijst van selecteerbare ”Correctiewaarde” volgens ”Beeld Mode”
|
Beeld Mode |
Correctiewaarde |
|---|---|
|
Film |
Xenon 1 |
|
Xenon 2 |
|
|
Bioscoop |
5500K |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Xenon 1 |
|
|
Xenon 2 |
|
|
Hoog Helder |
|
|
Natuurlijk Natuurlijk (LL) Levendig Frame Adapt HDR 1 Frame Adapt HDR 2 HDR Levendig HDR10 HDR10 (LL) HLG HLG (LL) User 1 tot User 3 User 4 tot User 6 |
5500K |
|
6500K |
|
|
7500K |
|
|
9300K |
|
|
Hoog Helder |
Dit item past ”Gamma/Tone Mapping” aan volgens de vooraf geconfigureerde ”Beeld Mode” (uitgangswaarde van de geprojecteerde video in verhouding tot het video-invoersignaal). Het wordt ook gebruikt om de vooraf geconfigureerde ”Gamma/Tone Mapping”-instelling fijn af te stellen.
De beschikbare ”Gamma/Tone Mapping”-instellingen variëren naargelang de ”Beeld Mode”.
Als ”Beeld Mode” is ingesteld op ”HDR10+”, is de instelling vastgelegd op ”HDR(Auto)”.
”Gamma/Tone Mapping” kan niet worden geconfigureerd wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”Frame Adapt HDR 1”/”Frame Adapt HDR 2”/”HDR Levendig”.
Voor het instellen van de basisgamma voor de aanpassing van ”Beeldtoon”, ”Donker Niveau” en ”Helder Niveau” wanneer één van de ”Aangepast 1”- tot ”Aangepast 3”-instellingen is geselecteerd in Gamma/Tone Mapping.
Voor het selecteren van de kleur om ”Beeldtoon”, ”Donker Niveau” en ”Helder Niveau” aan te passen.
Beeldtoon
Past de algemene helderheid automatisch aan voor een evenwichtig resultaat zonder afbreuk te doen aan de gradatie van het beeld.
Donker Niveau / Helder Niveau
U kunt de beeldkwaliteit zo instellen dat u een scherp contrast produceert in de helderheid.
Deze functie configureert automatisch het algehele helderheidsniveau tijdens tone mapping naargelang schermgrootte en status van de projector.
Om te gebruiken, configureer de details van het gebruikte scherm in ”Scherm instelling”, gevolgd door op ”Set” te drukken.
Deze optie verschijnt niet in het menu wanneer ”Inhoudstype” is geconfigureerd op ”SDR”.
Dit kan alleen worden geconfigureerd als ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”Frame Adapt HDR 1”/”Frame Adapt HDR 2”.
Naast de weergave van het ”Scherm instelling”-menu met gebruik van ”Installatie”
”Scherm instelling”, kunt u ook op de ”Scherm instelling”-toets in het ”Theater Optimizer”-menu drukken om het weer te geven.
Als u op ”Set” in het ”Theater Optimizer”-menu drukt, worden de schermdetails en status van de projector automatisch toegepast in de automatische instellingen van ”Theater Optimizer”.
Als ”Set” niet wordt ingedrukt in het ”Theater Optimizer”-menu, worden de instellingen toegepast na de volgende herstart van het toestel of het wijzigen van de ”Installatie Modus”.
Voor het configureren van de beeldaanpassingsfunctie van het HDR-videobeeld.
Dit item is niet beschikbaar wanneer ”Inhoudstype” is ingesteld op ”SDR”.
Dit item is niet beschikbaar wanneer ”Beeld Mode” is ingesteld op ”HDR10”/”HDR10 (LL)”/”HLG”/”HLG (LL)” of ”User 4” op ”User 6”.
Dit is een functie voor het configureren van de inhoudsanalysemethode met ”Tone Mapping” wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”Frame Adapt HDR 1”/”Frame Adapt HDR 2”/”HDR Levendig”/”FILMMAKER MODE”.
Wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd op ”HDR10+”, wordt ”HDR-verwerking” vastgelegd op ”HDR10+”. ”HDR10+” wordt alleen gebruikt wanneer de Beeldmodus is geconfigureerd op ”HDR10+”.
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Beeld |
Past automatisch de HDR Tone Mapping aan na het analyseren van de piekhelderheid van elk beeld. |
|
Scène |
Past automatisch de HDR Tone Mapping aan na het analyseren van de piekhelderheid van elke scène. |
|
Statisch |
Configureert op basis van de masteringinformatie (MaxCLL/FALL) van de inhoud en maakt geen dynamische aanpassing. |
|
HDR10+ |
Past automatisch de helderheid voor elke scène aan op basis van de HDR10+-beeldinformatie. *2 |
Dit is een functie voor het aanpassen van de algehele helderheid tijdens tone mapping. Voor het configureren van de automatische correctie-intensiteit van de ”Theater Optimizer”-functie wanneer ”Theater Optimizer” is geconfigureerd op ”Aan”.
Wanneer ”Beeld Mode””Frame Adapt HDR 1”/”Frame Adapt HDR 2” en ”Theater Optimizer””Uit” is, of ”Beeld Mode””FILMMAKER MODE” is
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Auto (Normaal) |
Selecteert automatisch een geschikte toonmapping op basis van de masteringinformatie (MaxCLL/DML) van de inhoud. |
|
Auto (Breed) |
Selecteert automatisch een geschikte toonmapping op basis van de masteringinformatie (MaxCLL/DML) van de inhoud. Er wordt een vergelijking gemaakt met ”Auto (Normaal)” om over te schakelen naar de richting die helderder wordt. |
|
-2 |
Wordt weergegeven in een tone map met 600 nits als het clippunt. |
|
-1 |
Wordt weergegeven in een tone map met 400 nits als het clippunt. |
|
0 |
Wordt weergegeven in een tone map met 300 nits als het clippunt. |
|
1 |
Wordt weergegeven in een tone map met 200 nits als het clippunt. |
|
2 |
Wordt weergegeven in een tone map met 150 nits als het clippunt. |
Wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”Frame Adapt HDR 1”/”Frame Adapt HDR 2” en ”Theater Optimizer” is geconfigureerd naar ”Aan”
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Auto (Normaal) |
Corrigeert automatisch het algehele helderheidsniveau op basis van de masteringinformatie (MaxCLL/DML) van de inhoud. |
|
Auto (Breed) |
Corrigeert automatisch het algehele helderheidsniveau op basis van de masteringinformatie (MaxCLL/DML) van de inhoud. Er wordt een vergelijking gemaakt met ”Auto (Normaal)” om over te schakelen naar de richting die helderder wordt. |
|
-2 tot 2 |
Voor het configureren van het algehele helderheidsniveau tijdens automatische correctie. |
Als ”Beeld Mode” is ingesteld op ”HDR Levendig”
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Hoog |
Donkere gebieden zijn gemakkelijker te zien dan met ”Midden”-niveau-instelling. |
|
Midden |
Verhoogt het contrast in de lage en middelhoge gebieden van het beeld. |
|
Laag |
De expressie van lichtere gebieden is subtieler dan in ”Midden”-niveau-instelling. |
Als ”Beeld Mode” is ingesteld op ”HDR10+”
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Hoog |
Geeft de toonkaart weer wanneer de algemene helderheid op het hoge niveau is geconfigureerd. Dit is geschikt voor grote schermen. |
|
Midden |
Geeft de toonkaart weer wanneer de algemene helderheid op het gemiddelde niveau is geconfigureerd. Dit is geschikt voor middelgrote schermen. |
|
Laag |
Geeft de toonkaart weer wanneer de algemene helderheid op het lage niveau is geconfigureerd. Dit is geschikt voor kleine schermen. |
Om te genieten van HDR10+-inhoud wanneer de Beeldmodus ”HDR10+” is, worden de volgende installatievoorwaarden aanbevolen.
|
|
HDR-niveau: Hoog |
HDR-niveau: Midden |
HDR-niveau: Laag |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
|
Schermgrootte |
Projectieafstand |
Schermgrootte |
Projectieafstand |
Schermgrootte |
Projectieafstand |
|
|
|
115 |
3,64 |
97 |
3,12 |
89 |
2,66 |
|
|
107 |
3,49 |
92 |
3,00 |
80 |
2,62 |
Wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”Frame Adapt HDR 1”/”Frame Adapt HDR 2”/”HDR Levendig”/”FILMMAKER MODE”, wordt het toonbereik van de schaduwen nauwkeurig geregeld om het algehele contrast van het beeld te verbeteren.
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Aan |
Schakelt de functie Deep Black in voor een meer realistische expressie van donkerheid. |
|
Uit |
Schakelt de functie Deep Black uit. |
Deze functie stelt gebruikers in staat om de kleurverzadiging en helderheid aan te passen in omstandigheden met hogere luminantie.
|
Instellingen |
Beschrijving |
|---|---|
|
Laag |
Corrigeert aanpassingen met prioriteit op helderheid. |
|
Midden |
Corrigeert zowel verzadiging als helderheid op een goed uitgebalanceerde manier. |
|
Hoog |
Corrigeert aanpassingen met prioriteit op verzadiging. |
Voor het configureren van de basishelderheid tijdens automatische correctie wanneer Gamma/Tone Mapping is geconfigureerd op ”HDR(Auto)”.
De autocorrectiefunctie van ”HDR(Auto)” is geconfigureerd op basis van een 100"-scherm met een versterking van 1,0 in volledige duisternis.
Stel het in de positieve richting bij als er onvoldoende helderheid in de kijkomgeving aanwezig is en in de negatieve richting als het te licht is.
Deze optie verschijnt niet in het menu wanneer ”Inhoudstype” is geconfigureerd op ”SDR”.
Deze optie verschijnt niet in het menu wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”Frame Adapt HDR 1”/”Frame Adapt HDR 2”/”HDR Levendig”/”HDR10+”/”FILMMAKER MODE”.
Wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”HLG”/”HLG (LL)”, wordt ”Mappingniveau” vastgelegd op ”0”.
Wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”HDR10”/”HDR10 (LL)”/”User 4 op User 6”, wordt deze optie alleen ingeschakeld wanneer ”Tone Mapping” is geconfigureerd naar ”HDR(Auto)”.
Instelbereik: -5 tot 5
Dit is een functie voor het aanpassen van de scherpte van het weergegeven beeld. Het maakt gebruik van een origineel algoritme om een natuurlijke indruk te creëren die scherper is op gebieden waarop wordt scherpgesteld en zachter op gebieden waarop niet wordt scherpgesteld, zodat u kunt genieten van zeer expressieve beelden met een groter gevoel van diepte.
”Verhogen””NR””BNR””MNR” en ”Smoother” kunnen niet worden geconfigureerd wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”HDR10+”.
”Grafische Modus””Verhogen””NR””BNR””MNR” en ”Smoother” kunnen niet worden geconfigureerd wanneer ”Beeld Mode” is geconfigureerd naar ”FILMMAKER MODE”.
Voor het schakelen van de e-shiftweergave.
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Aan |
Schakelt e-shift voor weergave in 8K-resolutie in |
|
Uit |
Schakelt e-shift uit en geeft weer in 4K-resolutie |
Schakelt de MPC-instelling.
Het wordt aanbevolen dat dit item wordt geconfigureerd naar ”Standaard”, zoals bij het bekijken van normale Blu-ray-inhoud en naar ”Hoge resolutie 1” zoals bij het bekijken van 8K/4K-resolutie content, en naar ”Hoge resolutie 2” zoals bij het invoeren van PC-signalen.
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Standaard |
Voert verbetering uit die geschikt is voor ingangssignalen met een resolutie van 4 K of lager (met name video’s en animatie). |
|
Hoge resolutie 1 |
Voert verbetering uit die geschikt is voor ingangssignalen met een resolutie van 8K/4K (met name bioscopen en films) |
|
Hoge resolutie 2 |
Videobeeld met minimale verbetering. |
Voor het afstellen van de gebieden met hoge frequentie. De waarde verhogen, verbetert de definitie voor een scherpere beeldkwaliteit.
Instelbereik: 0 tot 10
Voor de beperking van de ruis in het videobeeld.
Instelbereik: 0 (zwak) tot 10 (sterk)
Om de blokruis van het videobeeld te verminderen.
Instelbereik: 0 (zwak) tot 3 (sterk)
Om de muggenruis van het videobeeld te verminderen.
Instelbereik: 0 (zwak) tot 3 (sterk)
Voor het onderdrukken van toongradatiestappen die optreden in inhoud met een lage bitsnelheid.
|
Instelling |
Beschrijving |
|---|---|
|
Aan |
Schakelt de Smoother-functie in om toongradatiestappen te onderdrukken |
|
Uit |
Schakelt de Smoother-functie uit. |
Schakelen tussen de Situatie vóór en na het Afstellen
Als u op de [HIDE]-knop drukt op de afstandsbediening kunt u schakelen tussen de situatie vóór de afstelling en tijdens de afstelling.
Voor het beperken van het nabeeld, dat voorkomt in een snel bewegende scène.
Clear Motion Drive
Beweging Verbetering