> Aan het opladen > Opladen van de oortelefoons
Opladen van de oortelefoons
-
1Op de oplaadcassette.
-
-
2Plaats de L- en R-oordopjes correct en stevig in de oplaadcassette.
-
Het indicatielampje op de hoofdtelefoon brandt rood tijdens het opladen en de indicatielampjes op de oplaadcassette branden in wit.
Na het opladen is voltooid, zullen de indicatielampjes van zowel de oortelefoons en de oplaadcasette uitschakelen.
De oplaadtijd voor de oortelefoons is ongeveer 2 uur.
Nadat de oortelefoons in de oplaadcassette zijn geplaatst, zal de stroom van de oortelefoons automatisch uitschakelen.
Wanneer de oplaadcassette leeg raakt terwijl de oordopjes worden opgeladen, zijn de oordopjes ingeschakeld. In dat geval schakelt u de oordopjes handmatig uit. Uitschakelen met gebruik van de oortelefoons
Wanneer de oplaadcassette volledig is opgeladen, kan het worden gebruikt om de oortelefoons tot 2,5 keer toe volledig op te laden.
Wanneer de batterij van de oplaadcassette leeg raakt terwijl de oordopjes worden opgeladen, knipperen de indicatielampjes op de oplaadcassette in wit.
Als de oplaadcontactpunten van de oordopjes en de oplaadcassette vuil zijn, kan dit de oplaadprestaties beïnvloeden. Veeg de oplaadcontactpunten regelmatig voorzichtig schoon met een wattenstaafje.
Oplaadcontactpunten
De oordopjes kunnen stoppen met opladen als de temperatuur het oplaadtemperatuurbereik overschrijdt (5 °C tot 35 °C). (Alle indicatielampjes gaan knipperen.) Verwijder in dat geval de oordopjes en plaats deze opnieuw om het opladen te hervatten in een omgeving binnen het oplaadtemperatuurbereik.