> Bij problemen > Probleemoplossen

Probleemoplossen

Hoofdeenheid

Symptoom

Handeling

Niet in staat om te koppelen

Plaats beide oortelefoons in de oplaadcassette, wacht tot het indicatielampje uitgaat of rood wordt, gevolgd door het nogmaals verwijderen van de oortelefoons.

Zorg er tijdens het koppelen voor dat het BLUETOOTH-apparaat zich binnen 1 m van dit apparaat bevindt.

Gebruik het BLUETOOTH-apparaat om verbinding te maken.

Schakel het BLUETOOTH-apparaat in en activeer koppeling.

Verwijder de koppelingsinformatie op de BLUETOOTH-apparatenlijst en voer het koppelen opnieuw uit.

Voer bewerkingen uit na het instellen van de bediening van het aangesloten Bluetooth apparaat op OFF en vervolgens op ON.

Bewerkingen uitvoeren na het in- en uitschakelen van het aangesloten apparaat.

Raadpleeg de stappen voor het tot stand brengen van een verbinding. Koppelen (een apparaat registreren)

De linker oortelefoon knippert rood en de verbinding kan niet gemaakt worden

Schakel het BLUETOOTH-apparaat in, schakel de Bluetoothfunctie in en selecteer deze hoofdtelefoon van de BLUETOOTH-apparatenlijst.

Geluid is alleen hoorbaar via het linker- of rechteroordopje

Plaats beide oortelefoons in de oplaadcassette, wacht tot het indicatielampje uitgaat of rood wordt, gevolgd door het nogmaals verwijderen van de oortelefoons om een verbinding tot stand te brengen. Na het uitnemen van de oortelefoons beweegt u de linker en rechter oortelefoons naar elkaar toe.

De linker oortelefoon is de hoofdunit en wordt gebruikt om verbinding te maken met een apparaat alsmede de rechter oortelefoon. Steek de oortjes veiliger in.

Reset de instelling naar de fabrieksinstellingen en maak opnieuw verbinding. Het terugzetten van de instellingen in de originele staat

De rechter oortelefoon knippert rood en er wordt geen geluid afgegeven

Plaats beide oortelefoons in de oplaadcassette, wacht tot het indicatielampje uitgaat of rood wordt, gevolgd door het nogmaals verwijderen van de oortelefoons om een verbinding tot stand te brengen. Na het uitnemen van de oortelefoons beweegt u de linker en rechter oortelefoons naar elkaar toe.

Na het verbinden met deze hoofdtelefoon werkt het aangesloten BLUETOOTH-apparaat niet direct

Afhankelijk van het aangesloten apparaat, zelfs wanneer het L-indicatielampje wit is geworden na het tot stand brengen van de verbinding, zullen de oordopjes mogelijk niet onmiddellijk functioneren vanwege een vertraging in de verbinding. Als dit gebeurt, wacht u een paar seconden en probeer u het nog eens.

Het volume is laag of het geluid is onaangenaam

Verhoog het volume op deze hoofdtelefoon of op het verbonden BLUETOOTH-apparaat.

Steek de oortjes veiliger in.

Wijzig de grootte van de oortjes. Audiobediening

Kan niet terugspringen naar het vorige nummer

Houd tijdens het afspelen de knop op het L-oordopje ongeveer 1 seconde ingedrukt en laat uw vinger los wanneer u een piep hoort. Het vorige nummer of het begin van het huidige nummer wordt afgespeeld nadat het afspelen van het huidige nummer is beëindigd.

Kan niet springen naar het volgende nummer

Houd tijdens het afspelen de knop op het R-oordopje ongeveer 1 seconde ingedrukt en laat uw vinger los wanneer u een piep hoort. Het volgende nummer wordt afgespeeld nadat het afspelen van het huidige nummer is beëindigd.

De oortelefoons vallen gemakkelijk van de oren af

Wijzig de grootte van de oortjes. Audiobediening

Het geluid is vervormd

Pas het volume op het verbonden BLUETOOTH-apparaat aan zodat er geen vervorming is, pas daarna het volume aan op deze hoofdtelefoon.

Laad de hoofdeenheid op. Aan het opladen

Geluid is korrelig en er is ruis

Gebruik het aangesloten apparaat in een positie of oriëntatie die de meeste stabiele communicatie toestaat. Het geluid wordt onderbroken als de oortelefoons met de handen worden afgedekt. De linker oortelefoon is de hoofdunit en wordt gebruikt om verbinding te maken met een apparaat alsmede de rechter oortelefoon.

Probeer het aantal apps dat wordt uitgevoerd op het aangesloten BLUETOOTH-apparaat te verminderen.

Laad de hoofdeenheid op. Aan het opladen

De hoofdtelefoon werkt niet correct

Laad het systeem op en zet de stroom aan.

Inschakelen niet mogelijk

Laad eerst de oplaadcassette op. Opladen van de oplaadcassette

Laad de hoofdeenheid op. Aan het opladen

Kan niet opladen en de stroom uitschakelen
(oordopjes)

Verwijder beide oortelefoons uit de oplaadcassette en plaats ze weer terug.

Zorg ervoor dat de oortelefoons volledig in de oplaadcassette zijn geplaatst.

Gebruik een wattenstaafje om vuil te verwijderen van de contacten van de oortelefoons en de oplaadcassette.

Laad eerst de oplaadcassette op. Opladen van de oplaadcassette

Niet in staat om op te laden
(oplaadcassette)

Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.

Laad op binnen het laadtemperatuurbereik (5 °C tot 35 °C).

De oordopjes zijn ingeschakeld tijdens het opladen

Wanneer de oplaadcassette leegraakt, zijn de oordopjes ingeschakeld. In dat geval schakelt u de oordopjes handmatig uit. Uitschakelen met gebruik van de oortelefoons

Laad de oplaadcassette op. Opladen van de oplaadcassette

Onzeker over de betekenis van het knipperen en oplichten van de indicatielampjes

Zie Indicator statuslijst.

Als u geen geluid hoort uit de oortelefoon of de hoofdtelefoon kan niet worden aangesloten op uw Bluetooth-apparaat na het uitvoeren van de suggesties in hoofdstuk Probleemoplossing, zou het herstellen van de oortelefoons naar de oorspronkelijke staat mogelijk het probleem kunnen oplossen. Het terugzetten van de instellingen in de originele staat