> Gebruik van dit apparaat > De oortelefoons dragen
De oortelefoons dragen
Identificeer de linker en rechter oortelefoons. De L-oortelefoon (links) heeft een verhoogd halfbolvormig deel zoals geïllustreerd in het diagram. Een afstandsbediening bevindt zich op de R-oortelefoon (rechts).
Pas de positie van de oordopjes aan zodat ze in uw oren passen.
De gemiddelde-grootte siliconen oordopjes zijn meegeleverd bij aankoop.
Om van een betere geluidskwaliteit te genieten, geluidslekkage te verminderen en te voorkomen dat de oortelefoons uitvallen, gebruikt u een oordopje dat de juiste maat heeft voor uw gehoorgang.
Controleer of het oordopje goed bevestigd is, zoals aangegeven in het onderstaande diagram.
Als het oordopje niet goed is bevestigd, kan het loskomen tijdens gebruik en in uw oor blijven zitten. Als het oordopje in uw oor blijft zitten, wees dan voorzichtig dat u het niet verder in uw oor duwt.