Uitschakelen
Na het gebruiken van de oortelefoons plaatst u ze terug in de oplaadcassette. De stroom van de oortelefoons wordt uitgeschakeld en opladen start automatisch.
De oortelefoons beginnen op te laden. Aan het opladen
Als de batterij van de oplaadcassette leeg is, zal de stroom van de oortelefoontjes niet automatisch uitschakelen, zelfs niet wanneer ze terug in de oplaadcassette worden geplaatst. Wanneer dit zich voordoet, laad dan de oplaadcassette op. Opladen van de oplaadcassette
De aanraaksensor reageert mogelijk en de stroom blijft mogelijk ingeschakeld wanneer het aanraaksensorgedeelte ergens mee in contact komt. Plaats de oortelefoons terug in de oplaadcassette wanneer u ze niet gebruikt.
Houd de aanraaksensorgedeelte van de L- en R-oortelefoons voor ongeveer 3 seconden ingedrukt terwijl de oortelefoons in uw oren zijn geplaatst.
Aanraaksensorgedeelte
Laat uw vingers los wanneer u een audiobegeleiding hoort die ”Power Off” zegt. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Wanneer de draagsensoren zijn uitgeschakeld, kan de stroom worden uitgeschakeld, zelfs als de oortelefoons uit uw oren zijn verwijderd. Raak in dat geval de aanraaksensor ongeveer 3 seconden aan en haal uw vinger van het apparaat wanneer het indicatielampje gaat branden. Het indicatielampje gaat uit en de oortelefoons worden uitgeschakeld.
De aanraaksensor reageert mogelijk en de stroom blijft mogelijk ingeschakeld wanneer het aanraaksensorgedeelte ergens mee in contact komt. Plaats de oortelefoons terug in de oplaadcassette wanneer u ze niet gebruikt.