> Bij problemen > Het terugzetten van de instellingen in de originele staat
Het terugzetten van de instellingen in de originele staat
Als het systeem per ongeluk op een apparaat wordt aangesloten, kan het probleem worden opgelost door de instellingen van de hoofdtelefoon naar de beginstand terug te zetten.
Informatie over alle gekoppelde apparaten zal worden gewist (geïnitialiseerd). Voer het koppelen opnieuw uit vanaf het begin.
Begin met het verwijderen van de registratie-informatie van het systeem uit de BLUETOOTH-instelling op het BLUETOOTH-apparaat.
-
1Schakel het systeem uit.
-
2Houd de -knop gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt om naar de paringmodus te gaan.
-
Als het indicatielampje niet snel knippert, begin dan opnieuw vanaf stap 1.
-
3Houd de van de -knop-knop en de -knop-knop tegelijk langer dan 10 seconden ingedrukt.
-
Het indicatielampje knippert langzaam. De instellingen worden teruggezet naar de beginstand en daarna wordt de stroom uitgeschakeld.
Als het indicatielampje snel blijft knipperen, herhaalt u stap 3 opnieuw.
-
4Schakel het systeem in.
-
Wanneer het indicatielampje snel knippert, is de hoofdtelefoon gereed voor het koppelen met apparaten.
Koppel de hoofdtelefoon met een apparaat. Verbinden (inschakelen)