> Verbinden (inschakelen) > Opnieuw verbinden (stroom aan)
Opnieuw verbinden (stroom aan)
-
1Controleer of de indicator gedoofd is.
-
-
2Schakel de BLUETOOTH-instelling van het BLUETOOTH-apparaat in, houd de
-knop ingedrukt op het systeem totdat het indicatielampje 1 seconde lang brandt. -
Haal uw vinger van de toets nadat het indicatielampje gaat branden.
Het systeem probeert vervolgens automatisch opnieuw verbinding te maken met het BLUETOOTH-apparaat dat de vorige keer is gebruikt. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, gaat het indicatielampje langzaam knipperen.
Als het indicatielampje twee keer herhaaldelijk knippert, betekent dit dat het systeem en het BLUETOOTH-apparaat niet met elkaar verbonden zijn. Selecteer in dat geval het systeem op het BLUETOOTH-apparaat om een verbinding tot stand te brengen.
Wanneer de -knop wordt ingedrukt voor ongeveer 5 seconden of meer terwijl de stroom is uitgeschakeld, knippert het indicatielampje snel. Selecteer in dat geval het systeem op het BLUETOOTH-apparaat om een verbinding tot stand te brengen.