Probleemoplossen

Zorg er tijdens het koppelen voor dat het BLUETOOTH-apparaat zich binnen 1 m van het systeem bevindt.

Gebruik het BLUETOOTH-apparaat om verbinding te maken.

Schakel het BLUETOOTH-apparaat in en activeer koppeling.

Verwijder de koppelingsinformatie op de BLUETOOTH-apparatenlijst en voer het koppelen opnieuw uit.

Voer bewerkingen uit na het instellen van de bediening van het aangesloten Bluetooth apparaat op OFF en vervolgens op ON.

Bewerkingen uitvoeren na het in- en uitschakelen van het aangesloten apparaat.

Raadpleeg de pagina over verbinding. Verbinden (inschakelen)

Controleer of het systeem is aangesloten op een ander apparaat. Schakel de BLUETOOTH-instellingen van andere apparaten uit en schakel koppelen met het gewenste apparaat in.

Schakel het BLUETOOTH-apparaat in, schakel de Bluetoothfunctie in en selecteer vervolgens het systeem uit de lijst met BLUETOOTH-apparaten.

Laad de unit opnieuw op. Opladen

Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.

Laad op binnen het laadtemperatuurbereik (5 °C (41 °F) tot 35 °C (95 °F)).

Afhankelijk van het verbonden BLUETOOTH-apparaat, zal zelfs wanneer het indicatielampje langzaam knippert na het verbinden met dit systeem, het BLUETOOTH-apparaat misschien niet meteen functioneren vanwege vertraging in de verbindingshandeling. Wacht een paar seconden en probeer het opnieuw te bedienen.

Terwijl de stroom is ingeschakeld en het systeem niet is aangesloten op een BLUETOOTH-apparaat, drukt u op de knoppen Multifunctionele knop en gedurende 10 seconden of meer. Het indicatielampje knippert twee keer en het systeem is geïnitialiseerd.

Gebruik het aangesloten apparaat in een positie of oriëntatie die de meeste stabiele communicatie toestaat. Het geluid wordt onderbroken als de koptelefoon met de handen worden afgedekt.

Probeer het aantal apps dat wordt uitgevoerd op het aangesloten BLUETOOTH-apparaat te verminderen.

Laad het Systeem op. Opladen

Verhoog het volume op het systeem of op het verbonden BLUETOOTH-apparaat.

Regel het volume op het verbonden BLUETOOTH-apparaat zodat er geen vervorming is, en pas vervolgens het volume op het systeem aan.

Laad de unit opnieuw op. Opladen

Controleer of de ruisonderdrukkingsfunctie is ingeschakeld. Het systeem bedienen

De de noise cancelling functie is minder effectief afhankelijk van het type geluid.

Wanneer de Sidetone-functie is ingeschakeld, is de ruisonderdrukkingsfunctie mogelijk niet erg effectief (de Sidetone-functie heeft voorrang tijdens een oproep). De Sidetone-functie kan worden in-/uitgeschakeld met de app. Zie Over de JVC Hoofdtelefoon-app voor meer details over de app.

Controleer of de omgevingsgeluidsfunctie is ingeschakeld. Het systeem bedienen

Wanneer het afspeelvolume van de muziek luid is, kan het moeilijk zijn om het effect te voelen. Verlaag het afspeelvolume.

Wanneer de Sidetone-functie is ingeschakeld, is de omgevingsgeluidfunctie mogelijk niet erg effectief (de Sidetone-functie heeft voorrang tijdens een oproep). De Sidetone-functie kan worden in-/uitgeschakeld met de app. Zie Over de JVC Hoofdtelefoon-app voor meer details over de app.

De functie Wind Cut onderdrukt windruis die door de microfoon wordt gedetecteerd. Als er geen wind waait in de omgeving, keert de functie terug naar de normale geluidsonderdrukking.

De functie Wind Cut werkt mogelijk niet wanneer de wind zwak waait.

Wanneer de Sidetone-functie is ingeschakeld, is de Wind Cut-functie mogelijk niet erg effectief (de Sidetone-functie heeft voorrang tijdens een oproep). De Sidetone-functie kan worden in-/uitgeschakeld met de app. Zie Over de JVC Hoofdtelefoon-app voor meer details over de app.

De beltoon is mogelijk niet hoorbaar vanuit de koptelefoon als de stille stand van het BLUETOOTH-apparaat (iPhone/smartphone/tablet) is ingeschakeld. Schakel de stille stand op het BLUETOOTH-apparaat uit. Als alternatief kunt u het apparaat in de stille stand gebruiken door het apparaat inkomende oproepen te laten detecteren (via de trilfunctie op het apparaat, enz.) en de oordopjes te gebruiken om de oproep te beantwoorden. Wanneer er een oproep binnenkomt, kan de oproep alternatief op het BLUETOOTH-apparaat starten als u de oproep beantwoordt met behulp van het apparaat.

Verwijder de koppelingsinformatie op de BLUETOOTH-apparatenlijst. Voer het koppelen uit na het uit- en weer inschakelen van het aangesloten apparaat en (of na het opnieuw opstarten).

Wijzig de Bluetooth-instelling van het eerste Bluetooth-apparaat naar ”Uit” voordat u verbinding maakt met het tweede apparaat.

Er is een manier om de bestemming voor audio-invoer/-uitvoer op de computer of de bel-/conferentie-applicatie in te stellen. Open het menu Instellingen en selecteer ”Headset (JVC HA-S95N Hands-Free)” of ”JVC HA-S95N Hands-Free”, enz. (het weergegeven item kan verschillen afhankelijk van het besturingssysteem en de toepassing). Zie voor meer informatie de instructiehandleiding van de computer of bel-/conferentie-applicatie.

Er is een manier om de bestemming voor audio-invoer/-uitvoer op de computer of de muziek- en videoafspeelapplicatie in te stellen. Open het menu Instellingen en selecteer ”Headphone (JVC HA-S95N Stereo)” of ”JVC HA-S95N Stereo”, enz. (het weergegeven item kan verschillen afhankelijk van het besturingssysteem en de toepassing). Zie voor meer informatie de instructiehandleiding van de computer of de muziek- en videoafspeelapplicatie.