BUITENMONITORING

Instelling (Begin zodra de instelling is gebeurd vanaf de ”Gewone werking” hieronder)

1Verkrijgen van een dynamische DNS-account

Met een dynamische DNS-account kan dit toestel zoals gewoonlijk gebruikt worden op het internet, zelfs als het IP-adres wijzigt wanneer toegang wordt verkregen tot dit toestel via het internet.

Alleen de dynamische DNS-service van JVC kan op deze camera worden ingesteld.

Voer de volgende stappen uit om een account te verkrijgen (te registreren).

Ga naar de volgende URL via een browser en registreer een account.
(Gebruik op een computer of smartphone)

Stel uw e-mailadres in als gebruikersnaam.

Controleer of u een bevestiging via e-mail hebt ontvangen op het adres dat u bij de registratie hebt gebruikt en ga naar de URL in die e-mail.
(Gebruik op een computer of smartphone)

Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in die gebruikt zijn van registratie op de camera.
(Gebruik op deze camera)

Voer BUITENMONITORING uit.
(Gebruik op deze camera)

Als ”BUITENMONITORING” wordt uitgevoerd terwijl dynamische DNS-instellingen zijn ingeschakeld, zoekt de camera toegang tot de dynamische DNS-server.

Tik op ”NETWERKINFO CAMERA” om te controleren of de URL (WAN) wordt weergegeven.
(Registratie voltooid)

LET OP

De registratie wordt geannuleerd als de camera binnen 3 dagen geen toegang zoekt tot de dynamische DNS-server.
Voer de registratie in dit geval nogmaals uit.

De registratie is niet compleet als de gebruikersnaam en het wachtwoord die zijn ingesteld op deze camera onjuist zijn. Controleer dat deze correct zijn.

Succesvolle registratie wordt eveneens geannuleerd als u binnen 1 jaar geen toegang zoekt tot de dynamische DNS-server.

2Creëer een QR-code.

Voer in de vereiste onderdelen voor bewaking buiten waarden in.

Wachtwoord: stel een wachtwoord in om deze camera te verbinden met het apparaat via een toegangspunt. (Niet meer dan 8 tekens)

DDNS: stel de verbindingsomgeving in op het internet. Normaal ingesteld op ”ON”.

Gebruikersnaam (DDNS): stel een gebruikersnaam in voor de verkregen DDNS-account.

Wachtwoord (DDNS): stel een wachtwoord in voor de verkregen DDNS-account.

UPnP: zet deze functie op ”ON” als het UPnP-protocol kan worden gebruikt om het apparaat te verbinden met het netwerk.

HTTP-poort: stel het poortnummer in voor de verbinding met het internet. Normaal ingesteld op ”80”.

Invoerformulier

Wachtwoord (geen waarde als het niet is ingesteld)

DDNS
DDNS-gebruikersnaam (geen waarde wanneer DDNS=OFF)

DDNS-wachtwoord (geen waarde wanneer DDNS=OFF)

UPnP
HTTP-poort (0 tot 65535)

3Geef het scherm voor het lezen van de QR-code weer.

Tik op ”MENU”.
(Gebruik op deze camera)

Het bovenste menu verschijnt.

Tik op het pictogram ”Wi-Fi” ( Wi-Fi ).
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”NORMALE Wi-Fi-INST.”.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”INST. VAN QR-CODE”.

Tik op ”UITVOEREN”.

4Lees een QR-code.

Lees een QR-code.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”JA”.

Tik op ”OK”.

Tik op ”VOLGENDE” om terug te keren naar het scherm voor het lezen van de QR-code.

Ingestelde inhoud wordt opgeslagen.

5Registratie van de toegangspunten (draadloze LAN-router) op dit toestel

Wi-Fi Protected Setup (WPS) registratie

Tik op ”MENU”.
(Gebruik op deze camera)

Het bovenste menu verschijnt.

Tik op het pictogram ”Wi-Fi” ( Wi-Fi ).
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”NORMALE Wi-Fi-INST.”.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”TOEGANGSPUNTEN”.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”TOEV.”.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”WPS EENVOUDIGE REG.”.
(Gebruik op deze camera)

Activeer binnen twee minuten WPS op het toegangspunt (de draadloze LAN-router).

Zie de handleiding van het gebruikte apparaat om WPS te activeren.

Als de registratie voltooid is, tikt u ”OK” op het scherm van de camera aan.
(Gebruik op deze camera)

Zoek het toegangspunt, en selecteer het in de lijst.

Stel de naam (SSID) van het toegangspunt (draadloze LAN-router) en het wachtwoord vooraf in.

Tik op ”MENU”.
(Gebruik op deze camera)

Het bovenste menu verschijnt.

Tik op het pictogram ”Wi-Fi” ( Wi-Fi ).
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”NORMALE Wi-Fi-INST.”.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”TOEGANGSPUNTEN”.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”TOEV.”.
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”ZOEKEN”.
(Gebruik op deze camera)

De zoekresultaten verschijnen op het scherm van de camera.

Tik de naam (SSID) van het gewenste toegangspunt aan in de lijst met zoekresultaten.
(Gebruik op deze camera)

Registreer een wachtwoord.
(Gebruik op deze camera)

Tik op de toetsen op het aanraakscherm om de tekens in te voeren. Het teken wijzigt bij elke tik.
Bijvoorbeeld voor ”ABC” voert u ”A” in door eenmaal te tikken, ”B” door tweemaal te tikken of ”C” door 3 maal te tikken.

Tik op ”WISSEN” om een teken te wissen.

Tik op ”ANNULEREN” om af te sluiten.

Tik op ”A/a/1” om het tekentype te selecteren (hoofdletter, kleine letter en getal).

Tik op LEFT of RIGHT om één spatie naar links of rechts te gaan.

Het wachtwoord is niet vereist als de draadloze LAN-router niet beveiligd is.

Als de registratie voltooid is, tikt u ”OK” op het scherm van de camera aan.
(Gebruik op deze camera)

Er zijn ook andere methodes, zoals ”Handmatige registratie” en ”WPS PIN-registratie” beschikbaar. Zie de volgende link voor meer informatie.

Gewone werking

6Verbind deze camera met een smartphone (of computer).

Tik op ”MENU”.
(Gebruik op deze camera)

Het bovenste menu verschijnt.

Tik op het pictogram ”Wi-Fi” ( Wi-Fi ).
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”BUITENMONITORING” ( O-MONITOR ).
(Gebruik op deze camera)

Tik op ”STARTEN” ( C2_Stamp-Arrow ).
(Gebruik op deze camera)

Start met het maken van een verbinding.
(Gebruik op deze camera)

De naam (SSID) van het toegangspunt (draadloze LAN-router) in de verbinding wordt weergegeven.

Het volgende wordt weergegeven wanneer de camera verbonden is met het toegangspunt.

De URL (WAN) van de smartphone waarmee de verbinding wordt gemaakt verschijnt.
(Verschijnt niet als de DDNS niet of niet juist is ingesteld.)

batsu UPnP” wordt weergegeven wanneer UPnP niet kan worden gebruikt.

Controleer de URL (WAN).

Tik na controle van de URL op ”AFSL.” om terug te keren naar het vorige scherm.

batsu UPnP” wordt weergegeven wanneer UPnP niet kan worden gebruikt.

Gebruik op de smartphone

OPMERKING

Voor deze functie wordt gebruikt, moet er een smartphone-applicatie geïnstalleerd worden op de smartphone.

Start ”Wireless sync.” op de smartphone nadat BUITENMONITORING is ingesteld.

Tik op ”STARTEN” in BUITENMONITORING op de camera om te starten.

Tik op ”BUITENMONITORING”.

Meld u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
(indien geen verificatie kan worden verkregen)

De gebruikersnaam is ”jvccam” en het standaard wachtwoord is ”0000”.

Het opnamescherm wordt weergegeven.

Voer de bediening uit via een smartphone

Bediening via een smartphone

Controle via de computer (Windows7)

Voer in Internet Explorer (webbrowser) de URL (WAN) in die gecontroleerd wordt door ”Gebruik op deze camera”.

Meld u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.

De gebruikersnaam is ”jvccam” en het standaard wachtwoord is ”0000”.

Bedieningen via de webbrowser