-
- Wi-Fi gebruiken
- Instellingen wijzigen
-
Het wachtwoord instellen (DIRECTE MONITORING/BINNENMONITORING/BUITENMONITORING)
Het wachtwoord instellen ( DIRECTE MONITORING / BINNENMONITORING / BUITENMONITORING )
Stelt het wachtwoord vereist voor toegang tot de camera in.
Maximaal 8 tekens (alleen letter van het alfabet, getallen en symbolen), karaktergevoelig.
Tik op ”MENU”.
(Gebruik op deze camera)
_IZYUILvdsdgwox.png)
Het bovenste menu verschijnt.
Tik op het pictogram ”Wi-Fi” ( 
).
(Gebruik op deze camera)
_UJDCILkrscevgk.png)
Tik op ”DIRECTE MONITORING” ( 
), ”BINNENMONITORING” ( 
) of ”BUITENMONITORING” ( 
).
(Gebruik op deze camera)
Tik op ”WACHTWOORD”.
(Gebruik op deze camera)
Registreer een wachtwoord.
(Gebruik op deze camera)
Het wachtwoord is standaard ingesteld op ”0000”. (BINNENMONITORING/BUITENMONITORING)
Tik op de toetsen op het aanraakscherm om de tekens in te voeren. Het teken wijzigt bij elke tik.
Bijvoorbeeld voor ”ABC” voert u ”A” in door eenmaal te tikken, ”B” door tweemaal te tikken of ”C” door 3 maal te tikken.
Tik op ”WISSEN” om een teken te wissen.
Tik op ”ANNULEREN” om af te sluiten.
Tik op ”A/a/1” om het tekentype te selecteren (hoofdletter, kleine letter en getal).
Tik op 
of 
om één spatie naar links of rechts te gaan.
Tik op ”INSTEL”.
(Gebruik op deze camera)
De instellingen worden niet opgeslagen totdat ”INSTEL” wordt aangetikt.